Andrea Donker is Lector Kennisanalyse Sociale Veiligheid bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie aan Hogeschool Utrecht. We spraken haar over haar onderzoek naar de ontwikkeling van crimineel gedrag en hoe dit op een slimme manier aangepakt kan worden, en over het project ‘Onbekend maakt Onbemind’ dat is opgestart vanuit NeurolabNL.

Achtergrond

Andrea heeft de opleidingen Psychologie en Medische Biologie afgerond aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna is ze gepromoveerd aan de Universiteit Leiden, op het gebied van onwikkelingscriminologie. Vervolgens heeft ze gewerkt als onderzoeker en universitair docent aan de Universiteit Leiden. Inmiddels is ze Lector aan de Hogeschool Utrecht, waar ze is overgestapt van fundamenteel naar praktijkgericht onderzoek.

Kun je wat vertellen over je onderzoek naar ontwikkeling van crimineel gedrag? En wat is de toepassing van je onderzoek?

In mijn promotie-onderzoek heb ik gekeken naar de ontwikkeling van antisociaal gedrag van kindertijd tot volwassenheid. Dit was onderdeel van een grotere longitudinale studie, waarin een grote groep jongens en meisjes al zestien jaar werd gevolgd. Deze groep jongeren was een willekeurige steekproef uit de bevolking. Ik heb vooral gekeken naar antisociaal en crimineel gedrag binnen die groep en hoe dit ontwikkeld over de leeftijd, en dit gekoppeld aan andere soorten gedrag en sociale factoren. Daarna heb ik gekeken of ik de patronen die ik vond in die groep, ook terug kon zien in groepen jongeren die met justitie in aanraking zijn geweest. Bijvoorbeeld bij de groep jeugdige veelplegers, jongeren die meerdere veroordelingen op hun naam hadden staan. Hier vonden we dat de groep veel minder homogeen was dan gedacht door politie en OM. Een deel vertoonde niet een heel ernstig patroon, maar een deel ook wel (bijvoorbeeld voor het tiende jaar bij politie bekend, vuurwapen- en drugs-gerelateerde criminaliteit). Al deze jongeren kregen dezelfde, heel zware aanpak opgelegd, met veel hinderlijk volgen en vaak aanhouden. Maar een té harde aanpak werkt juist averechts als het niet evenredig is met de ernst en intensiteit van het antisociale gedrag. Door de heterogeniteit zichtbaar te maken aan de politie, doorbraken we de invloed die uitgaat van een dergelijk label. De invloed van labels kan sterk zijn en werkt tegen dat er maatwerk wordt geleverd. Goed om echt aandacht te besteden aan labels en de achterliggende categorisering dus.

Daarna ben ik bij de HU gaan werken en ben ik overgegaan van fundamenteel naar praktijkgericht onderzoek. We doen bijvoorbeeld onderzoek naar wat een verstandige maatschappelijke respons is op jongeren die vaker met justitie in aanraking komen en daarnaast ook ander problemen hebben, zoals geen diploma, schulden, verslaving, en instabiele huisvesting. Voor gemeenten is het belangrijk om te weten hoe je deze jongeren kunt aanpakken om overlast te voorkomen, maar ook hoe je ze kunt begeleiden om herhaling of terugval te voorkomen en ze terug te krijgen op het goede pad. Daarnaast is het belangrijk dat de verschillende partijen die bezig zijn met een jongere (de gemeente, de reclassering, jongerenwerk, Raad voor de Kinderbescherming, etc.) elkaar niet tegenwerken maar juist samenwerken. Bijvoorbeeld, de opstart van een arbeidstraject schiet niet op als er tegelijkertijd een uithuisplaatsing of straf plaatsvindt. Naast de veiligheidshuizen, zijn er steeds meer gemeenten die een dergelijke lokale persoonsgerichte aanpak ontwikkelen. Wij ondersteunen daarbij en doen tegelijk onderzoek naar dit soort samenwerkingsverbanden.

Wat vind je interessant aan je onderzoekslijn?

Ik vind veel interessant en we hebben diverse onderzoekslijnen in het lectoraat. Zelf vind ik het ontzettend fascinerend hoe biologie, bijvoorbeeld epigenetica, maar ook meer fysiologische processen, samenkomen met sociale context. En wat voor effect die op elkaar hebben en hoe dit tot uiting komt. Vervolgens vind ik het heel leuk om mijn kennis hierover uit te dragen om anderen er meer bewust te maken.

Wat zijn je belangrijkste bevindingen geweest?

Een van de belangrijkste dingen die ik tijdens mijn promotie-onderzoek heb gevonden, is de voorspellende waarde van heimelijk gedrag op een veroordeling op latere leeftijd. Er is een onderscheid tussen mensen die antisociaal gedrag vertonen achter de rug van andere mensen om, dit is heimelijk, en mensen die dit openlijk en confrontationeel doen, zoals bedreiging of fysiek geweld. De groep die dit beide doet is extra zorgwekkend. Heimelijk gedrag vertonen vanaf jonge leeftijd blijkt een goede voorspeller voor het vertonen van crimineel gedrag en veroordeeld worden rond de 18e levensjaar. Dit is een belangrijke bevinding, omdat de maatschappij erg gericht is op geweld. Geweld wordt vaak gepleegd onder invloed van middelen of andere factoren, maar niet noodzakelijkerwijs door een mindere morele ontwikkeling. De heimelijke kant, zoals het opzettelijk benadelen van anderen, of oplichting heeft een grotere morele component, en is ook veel moeilijker te veranderen. Het is in dat opzicht veel laakbaarder en heeft ook nog een grote invloed op de maatschappij.

Vanuit NeurolabNL is het project ‘Onbekend Maakt Onbemind’ opgestart. Kun je wat vertellen over hoe dit tot stand is gekomen en wat jullie ermee willen bereiken?

Het project Onbekend Maakt Onbemind, ook wel Breinstorm genoemd, is opgezet om materiaal te ontwikkelen waarmee aandacht besteed kan worden aan neurbiologische basiskennis. Hiermee willen we de juiste kennis bij huidige en toekomstige HBO-professionals krijgen. Er gaat veel onjuiste informatie rond over neuropsychologie en -biologie van delinquenten. Mensen vinden het interessant, maar dit is soms onhandig omdat mythes zich snel verspreiden. Dit zijn bijvoorbeeld beweringen als ‘het komt allemaal door testosteron’,  ‘sommige eigenschappen zijn alleen genetisch’, of ‘psychopathie is aangeboren’. Dan ontstaat het idee dat crimineel gedrag voor het grootste deel is aangeboren, dat er niks aan te doen is. Vraagstukken als hoe richten we de maatschappij en straffen in zodat delinquenten niet terugvallen, worden onderuit gehaald door dit soort deterministisch denken door mensen die juist bij relevante partijen werken. In dit project hebben we laagdrempelige, breed toepasbare kennisclips gemaakt, om mensen relevante basiskennis te geven over biologie, en ze minder vatbaar te maken voor onzinbeweringen.