Eus van Someren is onderzoeker en professor in Slaap & Cognitie en één van de taskforce leden van NeurolabNL, binnen het thema Gezondheid. Wij spraken Eus over het belang van het fundamenteel begrijpen van het slaapproces en slapeloosheid.

Achtergrond

Eus is hoofd van de afdeling Slaap & Cognitie aan het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen en is Professor aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2010 startte hij het Nederlands Slaap Register, waarin vrijwilligers kunnen meedoen aan het onderzoek naar slaap en insomnie (chronische slapeloosheid).

Wat interesseert je het meest in slaap en cognitie onderzoek?

Moeilijke keuze, veel interesseert me in mijn zoektocht naar mechanismen van slapeloosheid, bijvoorbeeld het bewustzijn tijdens slaap. Als je goede slapers wakker maakt tijdens hun slaap, zeggen ze twee van de drie keer dat er iets in hun hoofd omging, en een van de drie keren kunnen zij zich ook nog precies herinneren wat dat was. Dit gebeurt ook als je mensen uit hun diépe slaap haalt, terwijl gedacht werd dat dit een soort comateuze, gedachteloze toestand is. Blijkbaar gaat er tijdens de slaap iets van bewustzijn door. Dit bracht me op een mogelijke verklaring voor de bevinding dat mensen met slapeloosheid in de nacht lang wakker liggen in hun ervaring, terwijl hun hersengolven best wat stukjes slaap suggereren. Misschien onthouden slapelozen die ervaringen – die iedereen ‘s nachts heeft – wat langer. Dat is maar één van de verschillende hypothesen voor het insomnie-vraagstuk dat ik graag wil helpen oplossen.

Wat mij ook interesseert is dat slaap een onderdeel van het geheugen is. Stel dat je een nieuwe vaardigheid aan het leren bent, bijvoorbeeld gitaar spelen, dan word je tijdens je slaap gratis een stukje beter. Of als je een ingewikkeld probleem hebt, kan slaap helpen om het op te lossen. Slaap helpt je beter te onthouden, maar recent vonden we nog iets belangrijks: slaap helpt je ook beter te vergeten. Als je een heel vervelende ervaring hebt, voel je je fysiek van slag. Je zult die ervaring zelf niet snel vergeten, maar gelukkig ben je fysiek niet meer zo van slag als je er later aan terugdenkt. Slaap helpt hierbij. Wie chronisch slecht slaapt kan het fysieke van slag zijn minder goed kwijtraken. Hier ligt een grote belofte, niet alleen voor insomnie, maar ook voor de psychische problemen waar insomnie de primaire risicofactor voor is, zoals depressie, angststoornissen en posttraumatische stress.

Kan je vertellen over de onderzoeksgroep en het onderzoek?

We onderzoeken vooral slapeloosheid. Slapeloosheid is een nogal een vergeten stoornis: grote cohortstudies missen. Om grootschalig onderzoek te faciliteren hebben wij het Nederlandse Slaap Register (www.slaapregister.nl) opgezet. We verzamelen data van zowel goede als slechte slapers. Goede slapers beseffen dit niet, maar ze hebben het geheim dat wij nodig hebben om slechte slapers te kunnen helpen. Het register is de eerste stap in de richting van “big data” en heeft veel opgeleverd. Alle mensen met slapeloosheid worden vaak over dezelfde kam geschoren, maar wij hebben gevonden dat er sub-diagnoses zijn. Ook weten wij dat de stereotypen niet waar zijn, bijvoorbeeld dat slechte slapers neurotische mensen zijn. Er zijn slechte slapers met en zonder neurotische trekken. Het register heeft de nuances van insomnie blootgelegd. Onze groep doet nu verder onderzoek naar de verschillende type slapeloze mensen. Reageren ze verschillend op therapie? Verschillen afwijkingen in het brein?

Data uit het slaapregister en uit MRI-scans brachten ons op een nieuw spoor. Slecht slapen lijkt gerelateerd te zijn aan het niet goed verwerken van stress. Door het combineren van EEG’s, vragenlijsten en MRI-data vonden we dat de sleutel mogelijk ligt bij rusteloze REM-slaap. Wie snel en vaak uit REM-slaap schiet, ruimt stress minder makkelijk op. REM-slaap is het enige moment dat de locus coeruleus in je brein even helemaal geen noradrenaline afgeeft. De aanwezigheid of afwezigheid van noradrenaline maakt erg veel uit voor synaptische plasticiteit. Wij hopen beter te gaan begrijpen waarom het belangrijk is om vrij te zijn van noradrenaline tijdens de REM-slaap, en wat de rol daarvan is in het nachtelijk opruimen van stress.

Wat is de impact van jullie onderzoek?

In de academische en klinische wereld is het lastig om paradigma’s (vaststaande concepten of denkpatronen) te veranderen. Wat ik hoop is dat onze bevindingen zullen landen in de academische wereld. Er zijn nog te veel academici die zeggen dat slapeloosheid niet bestaat.  Want als je een EEG meet en je telt alle stukjes slaap bij elkaar op dan hebben nogal wat slapelozen zomaar 7 uur slaap gehad. Dan zouden ze voldoen aan het aantal uur slaap dat mensen “nodig” hebben. Wij zien dat deze simpele optelsom tot verkeerde interpretatie leidt. Ik hoop dat ons onderzoek anderen motiveert om verder te kijken dan de vastzittende paradigma’s.

Hoe ziet de toekomst eruit?

Ik ben bang dat de klinische wereld er niet hard voor gaat lopen en dat slapeloosheid toch weer onder het kleedje wordt geveegd als ‘gezeur zonder reden’. Ik hoop dat de blik verschoven wordt naar slapeloosheid als meer onderzoekers zich realiseren dat het de belangrijkste risicofactor is voor een heleboel psychische ellende: angststoornissen, depressie, en posttraumatische stress. Ons onderzoek laat zien is dat er wel degelijk iets te vinden is, in genetica, brain-imaging, dier modellen, en EEG. Ik wil dat het onderzoek naar slapeloosheid landt bij de fundamentele onderzoekers, zodat wij het probleem samen kunnen proberen op te lossen.

Als alles mogelijk is, wat staat er dan op jouw wensenlijstje?

Op mijn wensenlijstje zou staan dat er een centrum komt voor slapeloosheid. Dat mensen met insomnie hier naartoe kunnen komen om een goede diagnose, behandeling, en follow-up te krijgen. En ondertussen ook meewerken aan uitgebreid onderzoek. Als dit ooit lukt zullen we veel sneller begrijpen wat goed slapen is, en hoe dat bijdraagt aan het voorkomen van veel ellende.  

Interview van Sara Hondmann en Eus van Someren