Niet zelden krijgen behandelaars van patiënten binnen de forensische psychiatrie te maken met fysieke en verbale agressie. Naast dat deze agressieve uitbarstingen bedreigend zijn voor de hulpverleners, staan ze de behandeling van patiënten in de weg en belemmeren ze de mogelijkheden bij een eventueel traject tot terugkeer in de maatschappij. Het is daarom van groot belang om het risico op agressie te kunnen voorspellen, om tijdig te kunnen ingrijpen. Vernieuwend onderzoek laat zien dat biosensoren (wearables) daarbij een mogelijke rol kunnen spelen.

Lichamelijke signalen en agressie

Onderzoeker Peter de Looff heeft hier onderzoek naar gedaan. Hij promoveerde op 15 mei aan de Radboud Universiteit in Nijmegen op een proefschrift waarin hij onder andere keek naar het gebruik van wearables voorafgaand aan een agressief incident. Hij onderzocht of lichamelijke signalen veranderen in aanloop naar agressief gedrag van patiënten. Twee bruikbare signalen bleken hartslag en huidgeleiding (zweetproductie) te zijn. Zowel hartslag als huidgeleiding worden gebruikt om de activatie van het autonome zenuwstelsel te onderzoeken. Uit eerder onderzoek bleek dat huidgeleiding en hartslag gebruikt kunnen worden voor onderzoek naar agressie en psychopathie. Ook bleek uit eerder onderzoek dat de huidgeleiding oploopt voorafgaand aan agressie maar werd in dat onderzoek niet gecontroleerd voor persoonlijke variatie.  Bovendien was onduidelijk hoe lang van te voren deze maten veranderen.

Onderzoek bij 100 patiënten

Bij 100 patiënten binnen instellingen van De Borg -een samenwerkingsverband waarin veel expertise aanwezig is over de behandeling van mensen met een lichte verstandelijke beperking en ernstige gedrags- en/of psychiatrische problemen-, werd door middel van een polsband onder meer de hartslag en huidgeleiding gemeten. Dit werd vijf dagen op rij bijgehouden, waarbij zowel episoden mét en zonder agressie werden geregistreerd, om de specifieke lichamelijke signalen die in verband worden gebracht met agressie goed te kunnen onderscheiden. Ook werd de hoeveelheid beweging van de patiënten gemeten, omdat een polsband relatief gevoelig is voor bewegingsartefacten. De begeleiders werden geïnstrueerd om de start en de ernst van een agressief incident te ‘scoren’. Daarnaast werden onder meer psychopathische trekken op een vragenlijst ingevuld door getrainde professionals.

20 minuten vooraf

Uit het onderzoek bleek dat hartslag en huidgeleiding een opmerkelijke stijging laten zien gedurende de 20 minuten voorafgaand aan een agressie incidente. Er was sprake van zowel een verhoging van de hartslag, de huidgeleiding, als het aantal huidgeleidingspiekjes. Hierbij hebben de onderzoekers gecontroleerd voor variabelen als geslacht, lichaamstemperatuur en hoeveelheid beweging. Psychopathische trekken hingen niet samen met de in kaart gebrachte lichamelijke signalen.

Gepersonaliseerde modellen

De resultaten van dit onderzoek zijn veelbelovend. Op basis van de bevindingen kunnen mogelijk methoden ontwikkeld worden om agressief gedrag te detecteren. Dergelijke voorspellende maten kunnen mogelijk helpen bij het waarschuwen van het verplegend personeel voordat een patiënt agressief gedrag laat zien. De lichamelijke signalen veranderen immers al 20 minuten voordat een begeleider waarneemt dat er sprake is van agressie.

Er zijn echter ook een aantal zaken die kunnen worden verbeterd aan het huidige onderzoek. Zo is er sprake van veel ruis op de signalen die verkregen worden, er moet dus nog veel gebeuren aan de betrouwbaarheid en dataverzameling met wearables. Ook zijn de huidige modellen gebaseerd op de gehele groep en willen de onderzoekers gepersonaliseerde modellen gebruiken. Ook zou in de toekomst een gestandaardiseerde manier van dataverzameling gebruikt moeten worden om grote en betrouwbare datasets te creëren die gebruikt kunnen worden voor patroonherkenning op individueel niveau.