Geschreven door Melanie Franse en Annelinde Vandenbroucke – NIFP/Universiteit Leiden en Amsterdam UMC.

Op basis van de meta-analyse ‘Jansen, J. M., & Franse, M. E. (2024). Executive functioning in antisocial behavior: A multi-level systematic meta-analysisClinical Psychology Review, 102408.’

Executief functioneren bij antisociaal gedrag – een vergelijking van meerdere studies

In de afgelopen jaren hecht men binnen de forensische klinische praktijk en het strafrechtsysteem steeds meer waarde aan het gebruik van neurobiologische informatie, zoals de aanwezigheid van hersenbeschadiging of het niveau van bepaalde hormoonwaarden. Zo zou het meenemen van neurobiologische informatie onder andere de voorspelling van recidive1,2,3 en de voltooiing van forensische behandeling4,5 kunnen verbeteren. Een specifiek neurobiologisch domein dat in deze context veel aandacht krijgt is executief functioneren2,3.

Wat zijn executieve functies?

Executieve functies zijn cognitieve functies die ons in staat stellen om doel- en toekomstgericht gedrag uit te voeren6. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het vermogen om informatie in je geheugen vast te houden en te bewerken, om snel te wisselen van gedrag en gedachten als de situatie daarom vraagt en om ongewenst gedrag en gedachten te onderdrukken6. Verminderd executief functioneren wordt in de literatuur in verband gebracht met interpersoonlijke problemen7 en veel soorten psychiatrische problematiek, waaronder middelenmisbruik8 en emotieregulatiestoornissen9. Ook wordt verminderd executief functioneren in de literatuur in verband gebracht met het vertonen van antisociaal gedrag. Zo lieten twee eerdere meta-analyses zien dat groepen die antisociaal gedrag vertonen lager scoren op taken die de executieve functies meten dan  groepen die geen antisociaal gedrag vertonen10,11. Deze taken kijken bijvoorbeeld naar hoe lang je ergens je aandacht bij kunt houden, hoe goed je dingen kunt onthouden en of je makkelijk een nieuw plan kunt bedenken als je vastloopt.  Omdat deze meta-analyses wat gedateerd zijn en een aantal methodologische tekortkomingen kennen, is een vernieuwde meta-analyse uitgevoerd naar de relatie tussen executief functioneren en antisociaal gedrag.

Is verminderd executief functioneren gerelateerd aan antisociaal gedrag?

Deze vernieuwde meta-analyse bevat 133 studies (2008-2023) en bevestigt een verminderd executief functioneren in personen met antisociaal gedrag ten opzichte van personen zonder antisociaal gedrag. Wel worden er grote verschillen gevonden tussen de resultaten van geïncludeerde studies. Zo bleek dat er verschillende factoren van invloed waren op de relatie tussen executief functioneren en antisociaal gedrag:

  • Het verschil in functioneren tussen de groep met antisociaal gedrag en de groep zonder antisociaal gedrag wordt groter naarmate men ouder wordt;
  • Het verschil in functioneren is afhankelijk van de taak die gebruikt wordt om het executief functioneren te meten: het maakt hierbij niet uit welke executieve functie (bijvoorbeeld geheugen, flexibiliteit, impulscontrole etc.) door de taak gemeten wordt. Er zijn dus bepaalde oefeningen waarbij we grotere verschillen zien tussen de twee groepen dan bij andere oefeningen, maar dit is niet gerelateerd aan het type executieve functie die in de taak gemeten wordt.
  • Tenslotte is het verschil in functioneren afhankelijk van kenmerken van de groep zonder antisociaal gedrag: wanneer studies een controlegroep gebruiken die op de groep met antisociaal gedrag lijkt met betrekking tot de diagnose (bijv. ADHD of schizofrenie), blijken de verschillen in executief functioneren tussen de twee groepen niet langer te bestaan.

Vooral dit laatste resultaat is opmerkelijk. Het suggereert dat de verstoringen in executief functioneren die gevonden worden in personen die antisociaal gedrag vertonen in ieder geval deels gerelateerd zijn aan onderliggende psychiatrische problematiek. Aangezien de prevalentie van psychiatrische problematiek in antisociale personen hoog is12, betekent dit dat het verminderde executief functioneren wellicht  niet direct aan het antisociale gedrag zelf verbonden is. Dit suggereert  dat het in het kaart brengen van het executief functioneren in individuen met veel antisociaal gedrag mogelijk minder relevant is voor het voorspellen van recidive dan eerder gedacht, al moet dit eerst bevestigd worden in vervolgonderzoek. Wel geven gevonden resultaten aanleiding om executief functioneren te gebruiken als responsiviteitsfactor voor bepaalde behandelingen of voor het identificeren en screenen van individuen met bepaalde behandelbehoeften. Dit kan vooral van belang zijn  bij stoornissen die op dit moment vaak ondergediagnostiseerd13 zijn binnen het strafrechtelijk kader. Het op deze manier inzetten van het executief functioneren is, net als hersenbeschadigingen en hormonen, een manier om neurobiologische informatie te gebruiken in de forensische klinische praktijk.

Link naar het hele artikel (open access): Executive functioning in antisocial behavior: A multi-level systematic meta-analysis – ScienceDirect

1 de Ruigh, E. L., Kleeven, A. T. H., Jansen, L. M., de Vries Robbé, M., Vermeiren, R. R., Mulder, E. A., & Popma, A. (2021). Predicting youth reoffending after incarceration: added value of protective factors and heart rate variability. The Journal of Forensic Psychiatry & Psychology, 32(4), 449-480.

2 Haarsma, G., Davenport, S., White, D. C., Ormachea, P. A., Sheena, E., & Eagleman, D. M. (2020). Assessing risk among correctional community probation populations: Predicting reoffense with mobile neurocognitive assessment software. Frontiers in Psychology, 10, 296.

3 Norman, E. M., Polaschek, D. L. L., & Starkey, N. J. (2023). Executive function in individuals who are compliant and non-compliant with the conditions of a community-based sentence. Psychiatry, Psychology and Law, 30(2), 161-176.

4 Cornet, L. J., van der Laan, P. H., Nijman, H. L., Tollenaar, N., & de Kogel, C. H. (2015). Neurobiological factors as predictors of prisoners’ response to a cognitive skills training. Journal of Criminal Justice, 43(2), 122-132.

5 Van der Sluys, M. E., Zijlmans, J., Popma, A., Van der Laan, P. H., Scherder, E. J. A., & Marhe, R. (2020). Neurocognitive predictors of treatment completion and daytime activities at follow-up in multiproblem young adults. Cognitive, Affective, & Behavioral Neuroscience, 20(5), 1103-1121.

6 Baggetta, P., & Alexander, P. A. (2016). Conceptualization and operationalization of executive function. Mind, Brain, and Education, 10(1), 10-33.

7 Sprague, J., Verona, E., Kalkhoff, W., & Kilmer, A. (2011). Moderators and mediators of the stress-aggression relationship: executive function and state anger. Emotion, 11(1), 61-73.

8 Ersche, K. D., Turton, A. J., Chamberlain, S. R., Muller, U., Bullmore, E. T., & Robbins, T. W. (2012). Cognitive dysfunction and anxious-impulsive personality traits and endophenotypes for drug dependence. American Journal of Psychiatry, 169(9), 926-936.

9 Fernandes, B., Wright, M., & Essau, C. A. (2023). The role of emotion regulation and executive functioning in the intervention outcome of children with emotional and behavioral problems. Children (Basel), 10(1), 139.

10 Morgan, A. B., & Lilienfeld, S. O. (2000). A meta-analytic review of the relation between antisocial behavior and neuropsychological measures of executive function. Clinical Psychology Review, 20(1), 113-136.

11 Ogilvie, J. M., Stewart, A. L., Chan, R. C. K., & Shum, D. H. K. (2011). Neuropsychological measures of executive function and antisocial behavior: a meta-analysis. Criminology, 49(4), 1063-1107.

12 Fazel, S., Hayes, A.J., Bartellas, K., Clerici, M., & Trestman, R. (2016). Mental health of prisoners: prevalence, adverse outcomes, and interventions. Lancet Psychiatry, 3(9), 871-881.

13 Buitelaar, N. J., & Ferdinand, R. F. (2016). ADHD undetected in criminal adults. Journal of Attention Disorders, 20(3), 270-278.

42, 467-472.